De huidige wetgeving over het omstreden overheidsprogramma Systeem Risico Indicatie (SyRI) moet van tafel. Deze is niet controleerbaar en respecteert het privéleven van betrokken burgers onvoldoende, zegt de rechtbank Den Haag.
De wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (SUWI), die de inzet van SyRI regelt, is in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, meldt de NOS. SyRI moet fraude, bijvoorbeeld met kinderopvangtoeslag, voorkomen en bestrijden. Dat is in het belang van economisch welzijn, zegt de rechter, omdat fraude de solidariteit aantast en het draagvlak bij de burger voor het stelsel. Maar, oordeelt de rechter, er is geen sprake van een ‘fair balance’ tussen het maatschappelijk belang en de inbreuk op het privéleven, zoals het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vereist.
De wetgeving is onvoldoende inzichtelijk en controleerbaar. Hoe gegevens worden verwerkt en geanalyseerd is niet transparant, zegt de rechtbank. Dat is wel belangrijk omdat anders “onbedoeld discriminerende en/of stigmatiserende effecten optreden”. De rechtbank vindt dat de staat nieuwe technologische mogelijkheden moet benutten om fraude te voorkomen en te bestrijden, maar de juiste balans moet vinden tussen de voordelen en het recht op respect voor het privéleven.
SyRI is een initiatief van het ministerie van Sociale Zaken. Het systeem werd gebruikt in Rotterdam, Eindhoven, Haarlem en Capelle aan den IJssel, maar problemen bij de uitvoering of techniek gooiden roet in het eten.