De Passagiersinformatie-eenheid Nederland (Pi-NL) heeft in het eerste jaar van zijn bestaan de gegevens van ruim druiduizend personen doorgegeven aan onder meer de politie en Koninklijke Marechaussee. Deze personen kwamen voor op een internationale signaleringslijst.
Ongeveer 60 procent van de aangetroffen personen bevond zich op een vlucht binnen Europa. Verder zijn tweeduizend verzoeken om informatie van nationale instanties verwerkt. Van buitenlandse instanties zijn bijna 150 verzoeken om informatie ontvangen. Het gaat in het overgrote deel van deze zaken om ernstige criminaliteit, zoals drugshandel.
In sommige gevallen heeft een melding direct geleid tot een aanhouding. In veel andere gevallen komt de melding in het dossier van een lopend strafrechtelijk onderzoek. Omdat de meeste van deze meldingen deel uit maken van dossiers van lopende onderzoeken, kunnen de meldingen niet verder worden gespecificeerd.
Luchtvaartmaatschappijen zijn verplicht gegevens door te geven aan de Pi-NL. Daar worden alle gegevens vervolgens zowel automatisch als handmatig gecheckt. Alleen de gegevens van personen die in verband kunnen worden gebracht met ernstige criminaliteit of terrorisme worden bekend bij de relevante instanties.
Geen opsporingsbevoegdheid
De eenheid heeft geen opsporingsbevoegdheid, maar geeft wel meer zicht op reisbewegingen en moet zo bijdragen aan voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van ernstige criminaliteit en terroristische misdrijven. Europese wet- en regelgeving verplicht iedere lidstaat een dergelijke passagiersinformatie-eenheid te hebben.
Klik hier voor meer informatie.