Er is volgens de politie geen sprake van toenemend normoverschrijdend gedrag door politiestudenten. Het aantal interne onderzoeken naar aspiranten neemt toe, maar deze toename zou gelijke tred houden met de toename van het aantal studenten.
Vorig jaar onderzocht de politie mogelijk normoverschrijdend gedrag van 38 studenten. Dat is, net als andere jaren, ongeveer 1 procent van de populatie. De korpsleiding ontving afgelopen jaar signalen van docenten van de politieacademie en vakbonden over een toename van normafwijkend gedrag van politiestudenten. Ook uitten zij zorgen over mentale problemen van aspiranten. De korpsleiding liet de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten (VIK) daarop een meerjarige analyse opstellen van normafwijkend gedrag door aspiranten.
Het aantal onderzoeken naar studenten blijkt stabiel: rond 1 procent van de populatie. In absolute zin leidt dat tot een toename, omdat ook het aantal studenten de afgelopen jaren steeg: werden er in 2016 nog achttien onderzoeken naar aspiranten verricht, in 2020 waren dat er 38. Het aantal studenten nam in dezelfde periode toe van 2300 naar ruim vierduizend.
Lekken
De onderzoekers stellen vast dat de ernst van het normoverschrijdend gedrag toeneemt. Zo is de afgelopen jaren vaker sprake van studenten die informatie lekken of informatie uit politiesystemen voor privédoeleinden gebruiken. ‘De laagdrempelige toegang tot politiegegevens via de applicatie MEOS op de diensttelefoon zorgt in veel gevallen voor de verleiding’, stellen de onderzoekers vast.