Slachtoffers van misdrijven nemen hoe langer hoe meer de rol van de politie over door via sociale media vrienden in te schakelen om de daders te vinden. Politie en juristen vrezen hierdoor een toename van eigenrichting en de kans op slachtoffers van valse verdenkingen.
Normaal heeft de politie waardering voor hulp vanuit het publiek, via bijvoorbeeld Burgernet. “Maar Facebook-acties zijn een doodlopende weg”, stelt Frank Smilda, dé politie-autoriteit op het gebied van sociale media in het Algemeen Dagblad. Burgers gaan bij een verdenking volgens hem veel minder zorgvuldig te werk dan de echte politie. “Als een beoogde verdachte toch niet de dader blijkt te zijn, zullen de gevolgen niet te overzien zijn”, zegt hij. Bovendien is het erg moeilijk om de compromiterende informatie weer van internet af te krijgen.
Ook hoogleraar Publieke Innovatie Albert Meijer zegt geen voorstander te zijn van het voor eigen rechter spelen via internet. “De politie weegt zorgvuldig af wat wel en niet naar buiten wordt gebracht, maar burgers hebben daar geen boodschap aan.” Slachtoffers denken volgens Meijer dat ze alles mogen doen om de verdachten te pakken. “Elke nuance is verdwenen. Dat ondermijnt de rechtsstaat.”
Precieze cijfers zijn niet bekend, maar ‘doe-het-zelf-justitie’ zit volgens het Algemeen Dagblad duidelijk in de lift. Tegen de acties op Facebook is wettelijk niet veel te doen. Het is niet strafbaar om tips te vragen op internet. Sterker nog: het gevonden ‘bewijs’ is veelal bruikbaar in strafprocessen. De bekende advocaten Gerard Spong en Frank van Ardenne plaatsen grote juridische vraagtekens bij dat laatste. Volgens Spong werkt dat het illegaal handelen van particulieren in de hand. “Het is een vorm van bewijs witwassen. De overheid maakt hiermee in feite ook vuile handen”, zegt hij. Van Ardenne vindt dat de overheid moet voorkomen dat publiekelijk jacht wordt gemaakt op een vermoedelijke verdachte. “Publiekelijk zelf iemand opsporen kan enorm uit de hand lopen en leiden tot strafvermindering bij een veroordeling.”
Het Openbaar Ministerie zegt geen voorstander te zijn van mensen die zelf op zoek gaan naar verdachten, maar wijst het ook niet af. Volgens woordvoerder Wim de Bruin is het aan de rechter om te beoordelen in hoeverre het schenden van iemands privacy rechtmatig is geweest.