De hoeveelheid data binnen de samenleving neemt enorm toe. Volgens programmadirecteur Digitalisering en Cybercrime Theo van der Plas is de impact daarvan op het politiewerk enorm. “Ooit waren vingerafdrukken in de opsporing baanbrekend, nu heb je al snel de beschikking over allerlei data, zoals locatiegegevens, beeld en geluid. Al die verbanden – ook tussen zaken – zijn er, maar je moet ze wel kunnen leggen.” Volgens Van der Plas kan de politie in de toekomst met behulp van AI de operationele slagkracht en efficiency vergroten, maar ook de dienstverlening verbeteren en servicegerichter zijn.
Het Nationaal Politielab AI is een doorontwikkeling van het Politielab Data Science – dat eerder in Amsterdam opende. Daar werken sinds begin 2018 drie promovendi van de Universiteit van Amsterdam. Dat blijft zo en met de opening bij de Universiteit Utrecht komen daar nog vier bij. De promovendi doen onderzoek naar ‘stukjes software die mensen ondersteunen bij bureaucratische processen’. Ron Boelsma, innovatie- en kennismakelaar bij de politie: “Denk hierbij aan computers die als slimme ‘chatbots’ gesprekken voeren met burgers, simulatietechnieken die bestuderen hoe criminele netwerken zich ontwikkelen of software in de vorm van ‘autonome agents’ die specifieke taken zelfstandig kunnen uitvoeren.”
Boelsma schetst dat deze software in de toekomst politiemensen ook in de analysefase kan ontlasten. “Het gaat vaak om zaken die politiemensen nu nog handmatig moeten doen”, zegt hij. “Bijvoorbeeld het zoeken naar verbanden in aangiftes of IP-adressen. Door het lerende vermogen van AI is dit in de toekomst ook in te zetten bij een verhoor, bijvoorbeeld om te achterhalen of er tegenstrijdigheden in een verklaring zitten.”