Aan de actie deden tweehonderd agenten mee van de Limburgse, Duitse en Belgische politie. Die hadden controlepunten ingericht op snelwegen, hoofdwegen en stedelijke knooppunten in het grensgebied tussen Heerlen en het Belgische Eupen. Ook bij kleinere grensovergangen werd gecontroleerd.
De agenten maakten gebruik van digitale nummerplaatherkenning. De nummerplaten van passerende auto’s werden gescand en ingevoerd in een systeem waarin gegevens staan van mobiele criminelen en rondtrekkende dadergroepen. Als er een match was, werd de auto aangehouden. Behalve een schat aan informatie voor lopende rechercheonderzoeken, trof de politie in de voertuigen ook vaak inbrekerswerktuigen en gestolen goederen aan.