In januari worden buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) in tien gemeenten bij wijze van proef uitgerust met een korte wapenstok. Dat heeft laat minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid bevestigd. De proef wordt na een jaar geëvalueerd.
De gemeenten die aan de proef meedoen zijn Alkmaar, Amsterdam, Capelle aan den IJssel, Hoorn, Leeuwarden, Valkenburg aan de Geul, Velsen, Zandvoort, Zoetermeer en Zuidwest-Friesland. De boa’s die een wapenstok krijgen, moeten eerst een opleiding volgen, meldt de NOS.
In het verleden voelde Grapperhaus nog weinig voor het bewapenen van boa’s, omdat hij vond dat het geweldsmonopolie bij de politie moest blijven. Maar afgelopen zomer toonde hij zich al gevoelig voor de massale wens van veel handhavers voor meer verdedigingsmiddelen. Hij werkt aan nieuwe regels voor de uitrusting van boa’s.
Agressie
Boa’s hebben steeds vaker te maken met agressie, en vinden dat ze nog meer risico lopen nu ze ook nog de coronamaatregelen moeten handhaven. Nu worden ze bij hoge uitzondering uitgerust met een wapenstok, en alleen met toestemming vooraf van de minister.
In de toekomst is het de bedoeling dat de lokale driehoek van burgemeester, politie en Openbaar Ministerie kan besluiten dat de boa’s zo’n stok krijgen. De minister oordeelt dan alleen nog achteraf of het terecht was.