Het CDA moet het initiatiefwetsvoorstel dat het verheerlijken van terroristisch geweld strafbaar moet stellen ‘beter motiveren’. Volgens de Raad van State voegt het voorstel ‘niets wezenlijks toe’ aan bestaande wetten.
Het voorstel, dat werd ingediend door CDA-kamerlid Mona Keijzer, stelt voor om verheerlijking van terroristische misdrijven strafbaar te stellen als dit de openbare orde verstoort. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die zich positief uitlaten over video’s van terreurgroepen als IS op sociale media of IS-vlaggen voor hun raam hangen. Volgens het CDA moeten dergelijke ‘verontrustende uitingen niet worden getolereerd’ en kunnen ze een voedingsbodem zijn voor meer geweld.
Volgens de Raad van State is echter niet duidelijk in hoeverre de uitlatingen een gevaar zijn voor de openbare orde. Verheerlijking van terrorisme op zich kan niet strafbaar worden gesteld, tenzij dit een concreet veiligheidsrisico met zich meebrengt. In dat geval voldoet echter de bestaande wetgeving. De noodzaak van de nieuwe wet is volgens het adviesorgaan daarmee onvoldoende aangetoond en dat is nodig omdat sprake is ‘van de inperking van de vrijheid van meningsuiting’, aldus de Raad. De Raad adviseert de partij daarom het wetsvoorstel beter te motiveren ‘en anders van het initiatiefwetsvoorstel af te zien’.