De reorganisatie van de politie is na vijf jaar nog verre van klaar. Met de vorming van de Nationale Politie in 2012 is de goede weg ingeslagen, maar er moet nog veel verbeterd worden, schrijft de commissie-Kuijken in een evaluatie. “Er is nog een lange weg te gaan om alle aspiraties tot gelding te brengen.”
Zo is eigenlijk voor niemand duidelijk hoe goed of slecht de politie presteert. “Noch de korpsleiding, noch het ministerie, noch het bonte geheel van gezagsdragers en toezichthouders beschikken over een beeld van het presterend vermogen van de politieorganisatie. Dat moet beter”, schrijft de commissie.
De commissie, onder leiding van oud-topambtenaar Wim Kuijken, onderzocht de vorming van de Nationale Politie, de fusie van alle 26 politiekorpsen in Nederland. Belangrijke conclusie is dat de reorganisatie is onderschat. “Er waren te veel veranderingen tegelijkertijd.” Daardoor kwam het hele proces maar moeizaam op gang.
Samengaan moest de politie vooral slagvaardiger maken, maar het bleek voor de commissie erg moeilijk om daar conclusies over te trekken. De onderzoekers komen niet verder dan de “ietwat zuinige conclusie” dat het vertrouwen van de burger in de politie er niet op achteruit is gegaan de afgelopen vijf jaar.
Eerder lekte al uit dat Kuijken ervoor pleit dat de korpschef, op dit moment Erik Akerboom, meer macht krijgt. Die moet meer gaan bepalen waar de prioriteiten liggen en waar het geld aan wordt uitgegeven. De minister zou een stapje terug moeten doen. Die heeft nu te veel rollen, tegelijkertijd als opdrachtgever en toezichthouder. “Dat kan in goede handen goed gaan, maar als die er even niet zijn, kan het snel verkeerd gaan”, staat in het evaluatierapport.