Het aantal inbraken in schuren en kelderboxen is de afgelopen acht maanden flink toegenomen. Dat stelt de stichting Nationale Inbraakpreventie. Inbrekers zouden bewust kiezen voor schuren en kelderboxen omdat mensen door de coronapandemie vaker aanwezig zijn in de woning.
“Inbrekers zoeken altijd naar de zwakste schakel. Als veel mensen thuiswerken, ligt een woonhuis minder voor de hand en proberen ze een schuurtje, berging of kelderbox. Mensen hebben daar vaak minder zicht op”, aldus Coen Staal, voorzitter van de stichting.
“Slechts 30 procent van deze ruimten is beveiligd met goed deurbeslag (keurmerk SKG***, met cilindertrekbeveiliging) en slechts 10 procent heeft een bijzetslot. We merken in de praktijk bovendien dat het vaak teveel moeite schijnt te zijn om twee sloten te sluiten, dus het bijzetslot wordt meestal niet gebruikt. Jammer, want uit onderzoek blijkt dat de waarde van spullen in schuur of kelderbox soms oploopt tot wel zevenduizend euro. Denk aan gereedschap en (elektrische) fietsen.”
De jaren zijn de aantallen inbraken en inbraakpogingen volgens de stichting met meer dan 50 procent gedaald, naar een niveau van onder de veertigduizend per jaar. Dat houdt in dat er nog steeds elk uur vier of vijf – al dan niet succesvolle – inbraken worden gepleegd.