De politie, het Openbaar Ministerie en particuliere onderzoeksbureaus met een keurmerk van de Nederlandse Veiligheidsbranche hebben een succesvolle proef afgerond met een gezamenlijke aanpak tegen horizontale fraude. De proef toont aan dat onderzoeksbureaus een belangrijke rol kunnen vervullen bij de opsporing van horizontale fraude in strafzaken. De proef vond plaats in vier politieregio’s en richtte zich op een beperkt aantal delicten in de periode van 1 mei 2012 tot 30 april 2013.
Aan de pilot deden negen gecertificeerde onderzoeksbureaus mee. De focus lag specifiek op bestrijding van horizontale fraude, zoals ladingdiefstal, phishing, heling en diefstal bij bedrijven door het eigen personeel. Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven noemde vandaag als winstpunt van de proef dat particuliere onderzoeksbureaus, politie en Openbaar Ministerie elkaar beter weten te vinden als ze elkaar beter leren kennen. Hij kondigde meteen aan dat de proef binnenkort een vervolg krijgt om de mogelijkheden van de samenwerking op het terrein van fraude verder te onderzoeken.
Al in 2011 toonde onderzoek van voormalig Procureur-Generaal Steenhuis aan dat aangiften van (kleinere) zaken op het terrein van financieel-economische fraude die particuliere onderzoeksbureaus namens hun opdrachtgever doen, zelden door politie en justitie worden opgepakt. Zijn onderzoek was voor het ministerie van Veiligheid en Justitie de aanleiding voor deze proef voor een betere samenwerking tussen politie, het OM en particuliere onderzoeksbureaus.