Een bindend toetsingskader op risicovakgebieden moet ongewenste kennis– en technologieoverdracht naar het buitenland in het hoger onderwijs tegengaan. Dat zegt demissionair minister Van Engelshoven (OCW) in antwoord op Kamervragen over het bericht dat tientallen Chinese onderzoekers in Delft banden zouden hebben met het Chinese leger.
29 promovendi en gastonderzoekers van de National University of Defense Technology (NUDT) uit China zouden onderzoek hebben verricht aan de TU Delft op deels militair technologische vakgebieden. Directe of indirecte verbondenheid van promovendi en onderzoekers aan het Chinese Volksbevrijdingsleger is volgens de Nederlandse wet niet strafbaar, maar kan volgens Van Engelshoven wel risico’s voor de nationale veiligheid opleveren.
“Over het algemeen geldt dat spionage door China een punt van zorg is. Het kabinet werkt aan een landenneutraal pakket maatregelen dat een handelingsperspectief biedt aan zowel de kennisinstellingen als de rijksoverheid om ongewenste kennisoverdracht tegen te gaan.”
Volgens de minister bestaat er in Nederland geen centraal register waarin de nationaliteit van onderzoekers en promovendi die onderzoek doen aan Nederlandse kennisinstellingen wordt bijgehouden. Ook is bij vakgebieden niet altijd het onderscheid duidelijk tussen gebieden die wel of niet militair relevant zijn.
Risico’s
Volgens Van Engelshoven wijzen meerdere openbare onderzoeksinstituten, waaronder het Australian Strategic Policy Institute (ASPI), op de banden van sommige Chinese studenten met het Chinese leger en het feit dat sommige Chinese studenten na terugkeer naar China benaderd worden om informatie te delen.
“Hoewel hiermee niet concreet gezegd is dat kennis en technologie van de TU Delft naar het Chinese leger is gevloeid, laat het wel zien dat er risico’s zijn dat ook in Nederland academische samenwerking met China in bepaalde gevallen kan hebben geleid tot ongewenste technologieoverdracht.”
De Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten voeren niet standaard een naslag of veiligheidsonderzoek uit naar Chinese onderzoekers, als die aan Nederlandse universiteiten of kennisinstellingen komen werken. Van Engelshoven: “De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) biedt daartoe geen basis en bovendien zou dit in strijd zijn met het non–discriminatiebeginsel.”
Gedegen afweging
De minister wijst op de hoge mate van autonomie voor hogescholen en universiteiten, wettelijk geborgd in de Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). “Het aangaan van een (internationale) samenwerking, is de verantwoordelijkheid van een instelling zelf. Dat betekent dat een universiteit bij elke samenwerking, nationaal en internationaal, een gedegen afweging dient te maken van de kansen en risico’s die een samenwerking oplevert. Het is hierbij belangrijk om het veiligheidsbeleid binnen de instellingen nadrukkelijk te verankeren en duidelijkheid te krijgen over de rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen. Samen met de koepels, universiteiten en onderzoeksinstituten zullen de ministeries van OCW en EZK daarom werken aan bestuurlijke afspraken.”