Het toezicht op de Nederlandse geheime diensten moet transparanter en onafhankelijker worden opgezet, aldus onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam in een rapport dat afgelopen week is gepubliceerd.
De wetenschappers analyseerden uitspraken van onder meer het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en het Hof van Justitie van de Europese Unie, en kwamen zo tot tien aanbevelingen voor het toezicht. Ze richtten zich met name op zaken waarbij het ging over het onderscheppen van communicatie en data.
De grootste pijnpunten liggen volgens de onderzoekers op het gebied van transparantie en onafhankelijk toezicht. Er moet volgens hen meer data worden vrijgegeven over onder andere het aantal dataverzoeken dat de overheid doet. In bijvoorbeeld Engeland en Duitsland worden daar al regelmatig rapporten over uitgegeven.
Het rapport is niet specifiek gericht op de Nederlandse inlichtingendiensten, maar geeft algemene aanbevelingen voor goed toezicht op zulke diensten. Volgens de onderzoekers zouden toezichthouders in alle landen goedkeuring moeten geven voordat ongerichte surveillance wordt ingezet, terwijl toezichthouders nu vaak pas achteraf controleren. Ook pleiten de wetenschappers voor het aanstellen van een advocaat die het publieke belang verdedigt in geheime processen rond inlichtingendiensten. Dat moet ervoor zorgen dat ook geheime rechtszaken eerlijk blijven.