
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft Uber een boete opgelegd van 10 miljoen euro, omdat het bedrijf onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven over hoe lang gegevens van Europese chauffeurs zijn bewaard en naar welke landen buiten Europa deze werden doorgestuurd. Ook maakte Uber het chauffeurs moeilijk om hun privacyrechten uit te oefenen.
Volgens de AP maakte Uber het voor chauffeurs onnodig ingewikkeld om een verzoek in te dienen en zo hun gegevens in te zien of te ontvangen. Er was weliswaar in de app voor chauffeurs een digitaal formulier om inzage te vragen, maar dat zat diep en te verspreid in allerlei menu’s en had op een logischere plek kunnen staan.
Uber handelde een inzageverzoek vervolgens af door informatie in een bestand te zetten, waarin de persoonsgegevens niet altijd waren gestructureerd en daardoor lastig te interpreteren waren.
Verder gaf het bedrijf in de privacyvoorwaarden onvoldoende aan hoe lang het de gegevens van de chauffeurs bewaart en welke specifieke maatregelen Uber treft wanneer gegevens van chauffeurs naar landen buiten de EER worden doorgegeven.