“Een interessant experiment, waarvan de meerwaarde zich nog moet bewijzen”. Dat zegt voorzitter Ard van der Steur van de Nederlandse Veiligheidsbranche over de uitkomst van de aanbesteding van de beveiligingswerkzaamheden op Schiphol.
Schiphol heeft het beveiligingswerk op de luchthaven zodanig opnieuw aanbesteed dat de winnende beveiligingsbedrijven een gezamenlijke onderneming moeten aangaan met het luchthavenbedrijf. Door zo’n gezamenlijke onderneming – met zowel Schiphol als een beveiligingsbedrijf als aandeelhouder – wordt in de toekomst een deel van de werkzaamheden uitgevoerd. In totaal worden er drie van dergelijke gezamenlijke bedrijven opgezet door Schiphol en drie beveiligingsbedrijven, Trigion, I-SEC en Securitas.
Van der Steur stelt dat de plannen van Schiphol mogelijk averechts kunnen uitwerken. “Het is te begrijpen dat Schiphol stevige afspraken wil maken met de gespecialiseerde beveiligingsbedrijven, omdat beveiliging een van hun kerntaken is. Maar het is zeer de vraag of het deelnemen in de uitvoerende bedrijven meerwaarde heeft ten opzichte van goede contractuele afspraken.” Van der Steur vreest voor onduidelijkheid en botsende belangen. Hij signaleert dat dit in niemands belang is. “De meerwaarde moet zich nog bewijzen. Ik ben zeer benieuwd naar de uitkomsten.”
Van der Steur feliciteert de winnende bedrijven, Trigion, I-SEC en Securitas, maar spreekt ook zijn teleurstelling uit voor G4S en CTSN. “De vijf genoemde bedrijven hebben jaren samen onze luchthaven en de passagiers uitstekend beveiligd. Jammer dat twee van hen nu zo’n mooie opdracht verliezen.”
De branchevoorzitter zegt wel blij te zijn dat het personeel dat nu op Schiphol werkt, dat in de toekomst ook zal doen en de huidige rechten behoudt. De drie nieuwe gezamenlijke ondernemingen nemen al het personeel in dienst, zo is eerder afgesproken tussen werkgevers en vakbonden.
