Het vertrouwen in de veiligheid van digitale systemen is laag en veel burgers maken zich zorgen over misbruik van hun DigiD. Dat blijkt uit een enquête van de Nationale ombudsman naar het vertrouwen in de digitale overheid.
De nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer heeft het onderzoek samen met televisieprogramma Tros Radar uitgevoerd. Het onderzoek is een reactie op de kabinetsplannen om vanaf 2017 alle dienstverlening van de overheid te digitaliseren. Een behoorlijke groep ondervraagden ervaart blijvend problemen met digitale diensten. Zo ontbreekt het burgers aan mogelijkheden om fouten te herstellen en is het vertrouwen laag.
Een groot deel van de respondenten is bezorgd over mogelijk misbruik van zijn DigiD: 44 procent is hierover ‘bezorgd’, 33 procent ‘redelijk bezorgd’. 19 procent gaf aan ‘niet bezorgd’ te zijn. Van alle respondenten heeft 36 procent geen vertrouwen in de manier waarop de overheid met zijn gegevens omgaat. 46 procent heeft hier redelijk vertrouwen in. Slechts 11 procent gaf aan vertrouwen te hebben in de manier waarop de overheid met zijn gegevens omgaat.
Ook het vertrouwen in de veiligheid van de digitale systemen is laag: 7 procent van de respondenten gaf aan hier vertrouwen in te hebben, 43 procent heeft er redelijk vertrouwen in en 45 procent gaf aan geen vertrouwen te hebben in de veiligheid van de digitale systemen van de overheid. 7 procent van de respondenten zei zich geen zorgen te maken over de veiligheid van de systemen. Voor 37 procent betekent het feit dat honderd procent veiligheid niet bestaat dat hij zelf wil besluiten welke gegevens hij digitaal aanlevert. 55 procent wil er op kunnen vertrouwen dat de overheid de situatie voor hem oplost als er iets misgaat.
De digitale dienstverlening zoals die zich nu ontwikkelt, biedt mensen te weinig mogelijkheden om grip op hun administratieve situatie te houden. Zij hebben onvoldoende zicht op welke gegevens er over hen in de systemen staan en hebben te weinig mogelijkheden om fouten te herstellen, aldus Brenninkmeijer. Waar de overheid bij verdergaande digitalisering in redelijkheid rekening mee moet houden is structurele ondersteuning voor burgers die moeite blijven houden met digitale dienstverlening zodat ook voor hen toegang tot de overheid gewaarborgd is. Effectieve mogelijkheden voor burgers om hun administratieve situatie veilig te stellen als het misgaat of fouten zijn gemaakt. Ook moet de overheid volgens Brenninkmeijer gerichte actie ondernemen om het vertrouwen in de digitale overheid te versterken.