De verzekeraars gaan op eigen kosten particuliere recherchebureaus inschakelen om gestolen auto’s op te sporen. Als een gestolen auto gesignaleerd wordt, bijvoorbeeld via een camera met nummerplaatherkenning, worden particuliere bedrijven ingezet om de auto te volgen als op dat moment geen politiecapaciteit beschikbaar is. Voorlopig gaat het om een proef langs de Duitse grens.
Er worden weliswaar steeds minder auto’s gestolen, maar auto’s die verdwijnen komen veel minder vaak bij de eigenaar terug dan in het verleden. Vorig jaar ging het om zestienduizend voertuigen, terwijl het er in 1995 nog 33.000 betrof. Van die 33.000 werden er echter 21.000 teruggevonden, terwijl vorig jaar nog maar 4575 auto’s bij de rechtmatige eigenaar terugkeerden. Daarom willen de verzekeraars nu particuliere recherchebureaus inschakelen om de politie te assisteren.
Deze krijgen via de verzekeraars en de politie de locatiegegevens en informatie over het voertuig van het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit in Veendam. Het is volgens Titus Visser van de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit niet de bedoeling dat particuliere rechercheurs wilde achtervolgingen gaan inzetten om autodieven te achterhalen. “Ze doen gewoon netjes binnen de grenzen van de wet hun werk en ontlasten daarmee de politie zodat die datgene kan doen waar ze voor is, namelijk daadwerkelijk dieven in de kraag grijpen.”
Het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit is een samenwerkingsverband van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de politie, de stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit en de Belastingdienst.