De effecten van preventieve instrumenten voor de bestrijding van georganiseerde criminaliteit zijn moeilijk vast te stellen. Volgens het WODC is meer en beter onderzoek nodig om te kunnen bepalen of en hoe preventieve instrumenten een goed middel zijn.
Er zijn verschillende soorten preventieve instrumenten om georganiseerde criminaliteit te bestrijden. Sommigen trachten de financiële capaciteit van (potentiële) daders te beïnvloeden, zoals inbeslagname van activa en/of ander bezit en het beperken van de toegang tot bepaalde producten zoals chemicaliën die nodig zijn om drugs te produceren.
Andere instrumenten zijn meer gericht op het beperken van handelingen en/of bewegingsvrijheid van personen, bijvoorbeeld door het weigeren of intrekken van vergunningen en het strafbaar maken van het samenkomen van motorbendes. Ook zijn er instrumenten die worden gebruikt om de weerbaarheid van (potentiële) slachtoffers te vergroten, zoals onderwijs- en projecten voor bewustwording.
Concrete uitspraken
Onderzoekers van RAND Europe bekeken in opdracht van het WODC achttien studies die de effectiviteit van 81 preventieve instrumenten analyseren. Zij constateren een aantal belemmeringen om op basis van deze studies concrete uitspraken te doen over de effectiviteit van instrumenten: de soms vage definitie van georganiseerde criminaliteit, het gebrek aan basisgegevens ten behoeve van effectonderzoek en een te groot vertrouwen op gebrekkige indicatoren.
Volgens de onderzoekers zijn sterke(re) onderzoeksontwerpen nodig om de kennisbasis te verbeteren en effectievere strategieën voor de preventie van georganiseerde criminaliteit te ontwikkelen.