Wat heeft het voor zin om aangifte te doen van doodsbedreigingen als de bedreigers vaak niet vervolgd worden? Dat vraagt PVV-Kamerlid Geert Wilders aan premier Rutte, vicepremier Kaag en de ministers Yesilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) en Bruins Slot (BZK) nadat een verdachte die Wilders met de dood bedreigde geen straf, maar een reprimandegesprek krijgt.
“Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is dat iemand die zegt ‘als ik jou tegenkom krijg jij een kogel door je hoofd heen’ geen enkele straf, maar slechts een foei-gesprek bij de politie krijgt?”, vraagt Wilders.
“Vind u ook dat het bij een doodsbedreiging onacceptabel is dat de Officier van Justitie stelt dat er een ‘betere oplossing is dan straf’? Waarom heeft het Openbaar Ministerie (OM) veel sympathie voor de dader en niet voor het slachtoffer van bedreigingen? Hoe past dit besluit van het OM in uw toezegging dat de strijd tegen bedreigingen van politici geïntensiveerd wordt? Bent u ermee bekend dat het OM bij mij veel vaker besluit mensen die me met de dood bedreigen niet te vervolgen en straffen?”
Wilders, die al jarenlang wordt beveiligd, wil ook uitleg over waarom personen die de premier en vicepremier bedreigen hard worden aangepakt en gestraft, terwijl mensen die hem met de dood bedreigen vaker een foei-gesprek krijgen. “Wat voor signaal geeft u aan de bijna duizend personen die mij vorig jaar met de dood bedreigden en de mullahs die afgelopen jaren verschillende fatwa’s over mij hebben uitgesproken met de oproep mij te vermoorden, en de mensen die dat ook overwegen te doen, als ze zien dat doodsbedreigingen aan mij vaak onbestraft blijven en de daders er zonder straf mee wegkomen? Realiseert u zich dat dit de veiligheid van mij en mijn gezin schaadt? Heeft de AIVD hier aandacht voor?”