Veel mensen die in hun vrije tijd met een drone vliegen, zijn zich onvoldoende bewust van de risico’s. Vertegenwoordigers van onder meer de luchtvaartsector, defensie en de politie hebben donderdag hun zorgen hierover geuit tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer, meldt de NOS.
Drones worden op steeds meer plekken verkocht en het aantal hobbygebruikers neemt snel toe. Naar schatting zijn er in Nederland nu zo’n honderdduizend recreatievliegers. Uit cijfers van de politie blijkt dat zij in verhouding vaker bij incidenten betrokken zijn dan professionele dronepiloten.
Net als professionele dronevliegers moeten amateurs zich aan allerlei regels houden. Zo moeten ze hun drone altijd kunnen zien, mogen ze niet in het donker vliegen en niet hoger dan 120 meter. Ook zijn er landelijk ‘no-flyzones’, waar drones niet mogen vliegen omdat er bijvoorbeeld een luchthaven in de buurt is of een landingsplek voor helikopters. In 2017 werden er ondanks dat verbod 54 meldingen gedaan van drones in de buurt van een vliegveld, vooral rond Schiphol.
Verkopers zijn niet verplicht om consumenten te melden wat ze wel en niet met hun drone mogen doen. Omdat ze voor privégebruik geen vergunning hoeven aan te vragen, krijgen ze hier ook geen theorieles over.