Het aantal inbraken daalt volgens minister Opstelten van Veiligheid en Justitie met 15 procent. Dat zei hij donderdag tijdens een bezoek aan Hoorn, waar hij meeliep met een van de nieuwe preventieteams die voorlichting geven aan bewoners.
Opstelten maakte het terugdringen van het aantal inbraken vorig jaar officieel tot speepunt. Vooral omdat deze vorm van criminaliteit de levens van slachtoffers letterlijk en figuurlijk overhoop haalt. In 2017 moet het aantal inbraken daarom met een derde zijn afgenomen ten opzichte van 2012. In dat jaar werd ruim 91.500 keer aangifte gedaan.
De minister lijkt zijn belofte te kunnen nakomen. Vorig jaar nog daalde het aantal inbraken, diefstallen uit openstaande huizen en pogingen daartoe daalde met 5 procent. Die trend zet volgens hem nu nog sterker door. Alleen al in de eerste helft van dit jaar nam het aantal inbraken met nog eens 15 procent af ten opzichte van dezelfde periode in 2013. In totaal gaat het om een reductie van het aantal inbraken met 6700. “Mooie resultaten”, aldus de minister. “Een stimulans om de voortvarende aanpak door te zetten.”
“Of de daling daadwerkelijk te danken is aan Opstelten valt niet te bewijzen”, zegt inbraakdeskundige Ben Vollaard van de Universiteit van Tilburg tegen het Algemeen Dagblad. “Maar ik kan het ook niet uitsluiten. Om het te bewijzen zou je moeten weten hoe de situatie zonder de aanpak van Opstelten zou zijn. Dat weten we niet. Gemeenten zijn druk bezig met allerlei initiatieven om het aantal inbraken terug te dringen. Ook hebben woningcorporaties afgesproken dat ze tijdens renovaties huurwoningen veiliger gaan maken. Dat is heel belangrijk, want in sociale huurwoningen wordt vaak ingebroken.”
Het belangrijkst om inbrekers te weren is het veiliger maken van woningen en ervoor zorgen dat bewoners hun spullen beter beschermen en ze niet open en bloot voor het raam leggen. In Noord-Holland rijden daarom nu preventieteams in buurten met hoge inbraakcijfers. Deze teams met speciaal opgeleide beveiligingsexperts bellen aan bij bewoners en leggen uit wat deze kunnen doen om inbrekers beter te weren. Opstelten was donderdag in Hoorn om zo’n team te vergezellen.
Vollaard zegt in het AD dat hij twijfelt aan het effect van de preventieteams. “Het blijkt verrekte moeilijk om mensen zover te krijgen dat ze bijvoorbeeld hun laptop niet voor het raam leggen of lampen aanlaten als ze weg zijn.” De misdaadeconoom pleit daarom voor nieuwe methodes, bijvoorbeeld door bewoners te attenderen op maatregelen die hun buren treffen. Ook zouden bouwmarkten hun klanten beter kunnen voorlichten over inbraakpreventie.
Intussen blijft het aantal inbrekers dat wordt aangehouden door de politie nog erg laag. Slechts een op de tien inbraken wordt opgelost. Het blijkt erg lastig om inbrekers op te sporen, omdat er meestal geen getuigen en weinig sporen zijn. Voor het vervolgen van inbrekers heeft Opstelten vooralsnog geen concreet streefcijfer bepaald.