Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) wil dat nabestaanden van slachtoffers die zijn overleden door een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, zoals geweld, een vergoeding ontvangen. De zogenoemde ‘affectieschade’ moet ook gaan gelden voor naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel. Van der Steur heeft hiervoor een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gestuurd.
Uit onderzoek van de Vrije Universiteit (2009) blijkt dat nabestaanden behoefte hebben aan aandacht voor de emotionele gevolgen van een ongeval. Zij hebben verdriet omdat een gezins- of familielid door een fout van een ander is overleden of ernstig gewond is geraakt. Vergoeding van affectieschade kan hun leed niet wegnemen, maar wel erkenning en genoegdoening bieden en helpen bij de verwerking. Ook vanuit de letselschadepraktijk is gepleit voor een regeling van affectieschade. In vrijwel alle Europese landen bestaan reeds mogelijkheden tot vergoeding van affectieschade.
De minister kiest in zijn wetsvoorstel voor een regeling met vaste bedragen als vergoeding. Door te variëren in categorieën en in de omvang van de vergoeding, houdt het systeem rekening met de persoonlijke omstandigheden van nabestaanden en naasten.
Niet iedereen komt in aanmerking voor vergoeding van affectieschade. Het wetsvoorstel gaat uit van een vaste kring van gerechtigden: de partner van het slachtoffer, zijn kinderen en ouders. De vergoeding ligt tussen de 12.500 en twintigduizend euro, te betalen door de partij die aansprakelijk is voor het ongeval. Het wetsvoorstel maakt het tevens mogelijk dat nabestaanden zich in het geval van een misdrijf met hun vordering tot vergoeding van affectieschade kunnen voegen in het strafproces.