Twee verdachten zijn donderdag veroordeeld voor het doodschieten van een man in Zuidland. Omdat er een duidelijk plan was om het slachtoffer te doden is hier sprake van moord. Aan de opdrachtgever is een celstraf van 20 jaar opgelegd en de schutter een celstraf van 18 jaar.
De schutter verklaarde dat hij met de opdrachtgever was overeengekomen dat hij twintig gram cocaïne zou ontvangen voor het onder druk zetten van een zakelijk contact, maar dat hij ter plaatse zag dat de opdrachtgever het slachtoffer neerschoot, hem het vuurwapen in handen drukte en zelf wegging. De rechtbank volgt die uitleg niet.
Uit het berichtenverkeer tussen de schutter en opdrachtgever blijkt dat zij in de weken voor de moord een prijs hebben afgesproken en daarna is er gesproken over de dag waarop de moord uitgevoerd zou moeten worden. Ook blijkt dat de opdrachtgever in de dagen voorafgaand aan de moord grote (contante) geldbedragen heeft gepind.
Vluchtauto
Op de dag van de moord hebben de schutter en de opdrachtgever uitgebreid contact met elkaar gehad. Zo heeft de opdrachtgever de ingang van de wijk in de gaten gehouden, om te zien wanneer het slachtoffer terugkeerde naar zijn woning. En hebben de opdrachtgever en de schutter samen besproken wat de beste vluchtroute voor de schutter zou zijn en van welke kant de politie zou komen. De gebruikte vluchtauto stond al een uur klaar. Ook heeft de opdrachtgever aangegeven op welk moment de schutter toe moest slaan.