Van de 219 gevallen gaat het in veertig gevallen om vermoedens van lekken naar criminelen en 179 keer naar niet-criminelen. Ook is in 2018 net zo vaak onderzoek gedaan naar mogelijke schending van het beroepsgeheim en omkoping als het jaar ervoor, namelijk 66 keer. Dat beeld laat geen significante stijging zien ten opzichte van de cijfers over 2015 en 2016.
Uit het onderzoek van de Politieacademie en ook uit eerder onderzoek blijkt dat in slechts eenderde van de dossiers daadwerkelijk sprake is van lekken. Op verzoek van de korpschef deed de Politieacademie in 2015 en 2016 al onderzoek, waarvan vorige week de resultaten naar buiten kwamen. Voornaamste conclusie was dat onoplettendheid in de alledaagse politiepraktijk in de meeste gevallen de oorzaak is van het delen van vertrouwelijke informatie. Slechts in een heel beperkt aantal gevallen ging informatie naar criminelen.
Signalen van (integriteits)schendingen door politiemensen worden altijd onderzocht. De politie zegt veel te doen om de organisatie te wapenen en verder te versterken. Dat begint al voor mensen in dienst treden. Een zorgvuldig screeningsproces vormt een belangrijk onderdeel van het aannemen van betrouwbare medewerkers. In 2017 werden 11.499 screeningstrajecten gestart, waarvan er 233 negatief werden afgerond.