Een aanhoudingseenheid van de Koninklijke Marechaussee treft geen verwijt bij de val van een verdachte van een balkon in een portiekflat. Bij de arrestatie begin mei vorig jaar in Den Haag werd de man beschoten met zogenaamde beanbags. Hij viel van het balkon en raakte zwaargewond.
De Rijksrecherche onderzocht de omstandigheden van de val. De conclusie is dat er sprake is van een ongeval, waarbij het door de aanhoudingseenheid toegepaste geweld geen rol heeft gespeeld.
Bij de aanhouding positioneerde een lid van de eenheid zich aan de achterkant van de flat, om van hieruit de woning en het balkon in de gaten te houden. Dit gebeurde met het oog op een eventuele vluchtpoging door de verdachte.
Hagelgeweer
De man verscheen inderdaad op het balkon en reageerde niet op aanroepen door het lid van de aanhoudingseenheid, maar rende richting het balkon van de buren. Vervolgens heeft het lid van de aanhoudingseenheid een aantal zogenaamde beanbags uit zijn hagelgeweer afgeschoten. De man heeft zijn vluchtpoging voortgezet en is daarbij van het balkon gevallen. Er is door de aanhoudingseenheid eerste hulp verleend en de man is overgebracht naar het ziekenhuis.
Tijdens het onderzoek door de Rijksrecherche zijn forensische sporen onderzocht, is buurtonderzoek gedaan en zijn alle betrokkenen gehoord. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de man daadwerkelijk is geraakt door de beanbags. Er is geen relatie te leggen tussen het afschieten van de beanbags en de val van het balkon. Het Openbaar Ministerie concludeert dat de gevolgen van de val ingrijpend zijn voor de man, maar dat het lid van de aanhoudingseenheid geen strafrechtelijk verwijt gemaakt kan worden.