Het aantal moorden is in 2018 flink gedaald ten opzichte van 2017. Vorig jaar kwamen er 119 mensen om het leven door moord en doodslag; 39 minder dan in 2017. Dat blijkt uit recente cijfers van het CBS.
In 2017 was er voor het eerst in jaren een flinke stijging in het aantal moorden: 158 mensen werden om het leven gebracht. Eenduidige verklaringen voor de plotselinge piek waren er niet. Afgelopen jaar kwam een kwart minder mensen om het leven door moord of doodslag dan in 2017. De meeste moorden werden gepleegd in de drie grootste steden in Nederland: 14 in Amsterdam, 12 in Rotterdam en 10 in Den Haag.
Vooral het aantal mannelijke slachtoffers daalde. 76 mannen werden vermoord; in 2017 waren het er nog 112. Het aantal vrouwelijke slachtoffers bleef met 43 bijna gelijk; een jaar eerder waren dat er 46. Sinds het begin van deze eeuw is het aantal slachtoffers van moord en doodslag gehalveerd.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat de meeste vrouwen om het leven werden gebracht door hun (ex-)partners. Relatieproblemen zoals ruzies, jaloezie, dreigende scheidingen en de beëindiging van een relatie zijn vaak de oorzaak. De vrouwen werden veelal in hun eigen woning gewurgd of met een steekwapen om het leven gebracht.
Bij de mannen werd drie kwart omgebracht met een vuur- of steekwapen. In ongeveer 20 procent van de gevallen ging het om een afrekening in het criminele circuit. Een groot deel van de slachtoffers heeft een niet-westerse migratieachtergrond. Bij mannen is dit percentage 43, bij vrouwen 26.
Vergrijzing in Nederland is een mogelijke verklaring voor de daling in het aantal moorden. De helft van de daders is tussen de 25 en 40 jaar oud. Deze groepen worden door de vergrijzing in Nederland relatief steeds kleiner.