Daardoor kan er onjuiste informatie naar buiten komen of geld verkeerd besteed worden of verspild, geven de ambtenaren aan. De druk om te rommelen komt in de meeste gevallen van de leidinggevende vandaan.
Waarom de ambtenaren erom gevraagd worden, wordt niet duidelijk uit het onderzoek. Wel dat het medewerkers voor een dilemma zet. Of, zoals een deelnemer aan het onderzoek het beschrijft: “Door de zaak publiekelijk te maken, schend ik mijn geheimhoudingsplicht. Maar door het niet naar buiten te brengen, krijgt de consument onjuiste informatie.”
Ze hebben daar dan ook vaak stress en schuldgevoel over. Ruim de helft van de betrokken ambtenaren zou er psychische klachten aan overhouden. Volgens sommigen heerst er zelfs een angstcultuur en cynisme.
Uit het onderzoek blijkt dat de ambtenaren een hoop verschillende manieren ondervinden waarop zij onder druk worden gezet om het verkeerde te doen. Bijna de helft van de betrokkenen geeft aan dat zij non-verbale intimidatie ondervinden, waarbij je moet denken aan een dreigende werksfeer of de angst om buitengesloten te worden. Een kwart geeft aan dat het dreigement van een slechte beoordeling als drukmiddel werd gebruikt. Ook dreigend ontslag, overplaatsing en pesterijen werden vaak genoemd.
Het probleem speelt vooral bij de ministeries van Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid Welzijn en Sport, waar een op de vijf medewerkers aangeeft weleens onder druk iets te doen wat niet mag.