Het bij de entree met thermische camera’s meten van de lichaamstemperatuur van werknemers en bezoekers door bedrijven is toegestaan, mits uitsluitend de temperatuur wordt afgelezen en er verder niets gebeurt met de resultaten. In dat geval is het ‘temperaturen’ niet strijdig met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), meldt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
De AP zegt dat de AVG niet geldt als de temperatuurmetingen nergens worden geregistreerd en ook niet in een geautomatiseerd systeem terechtkomen. Tegelijkertijd waarschuwt de AP dat hoewel de AVG dan niet van toepassing is, de inbreuk op iemands privacy toch groot kan zijn. En ook de bescherming van andere grondrechten, zoals de integriteit van het lichaam, kan nadrukkelijk in het geding zijn, aldus de AP.
Naast de privacybezwaren zijn er volgens de AP ook twijfels over de effectiviteit van ‘temperaturen’. Het RIVM geeft aan dat bij slechts een klein deel van de besmettingen sprake is van een verhoging van de lichaamstemperatuur. Dat betekent dat bij temperaturen het merendeel van de besmettingen niet in beeld komt. Een hogere temperatuur zegt niets over koorts, laat staan over een besmetting met covid-19.
Eerder had de AP gemeld dat het niet is toegestaan om mensen met thermometers of thermische camera’s te controleren op koorts om zo gezondheidsgegevens te verwerken. Ook niet als dat vrijwillig gebeurt bij werknemers of huurders, aangezien sprake is van een ongelijkwaardige machtsverhouding.
Volgens enkele verhuurders van flexibele kantoorruimte die het ‘temperaturen’ toepassen, kunnen mensen bij hen makkelijk om de camera’s heen lopen. Van mensen die vrijwillig voor de camera staan, zouden geen gegevens worden vastgelegd noch de identiteit worden vastgesteld. Toch blijft in enkele gevallen onduidelijk of mensen die niet voor de camera willen staan, wel toegang kunnen krijgen tot de gebouwen. Als dat niet zo is, zou geen sprake zijn van vrijwilligheid: wie immers weigert, mag het gebouw niet in.
Klik hier voor meer informatie.