Een burgemeester kan niet zomaar ingrijpen bij demonstraties. Dat mag alleen als er sprake is van wanordelijkheden, of van de vrees dat er onlusten komen. Dat hebben de ministers Opstelten (Veiligheid en Justitie) en Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) dinsdag laten weten na Kamervragen van Louis Bontes en Joram van Klaveren van VoorNederland (VNL), meldt RTV West.
“Als demonstranten over de schreef gaan, kunnen ze worden opgepakt, maar dat moet dan de betoging onverlet laten. In de grondwet staat dat iedereen het recht heeft om te demonstreren. Politie en justitie mogen achteraf optreden, maar gemeenten mogen betogingen niet vooraf verbieden als de inhoud of de boodschap ongewenst wordt geacht”, aldus de ministers.
Bontes en Van Klaveren hadden vragen gesteld over een anti-Israëlisch protest in Den Haag op 12 juli. Sommige betogers droegen borden met een Israëlische vlag gevolgd door het isgelijkteken (=) en een hakenkruis. Ook andere protesten in Den Haag zijn deze zomer onrustig verlopen. Daarom mag er voorlopig niet worden gedemonstreerd in woonwijken, zoals de Schildersbuurt en Transvaal. Dat is een beperking, geen verbod. Op andere locaties mogen mensen wel betogen. De gemeente zegt niet welke plekken dat zijn, maar in Den Haag wordt geregeld gedemonstreerd op bijvoorbeeld het Malieveld en op het Plein.