1,2 miljoen personen van zestien jaar en ouder zijn vorig jaar slachtoffer geweest van een vorm van huiselijk geweld, meldt het CBS. Van seksueel geweld, binnen of buiten de huiselijke kring, werden 1,6 miljoen 16-plussers slachtoffer.
Dat blijkt uit onderzoek onder ruim dertigduizend personen van zestien jaar en ouder dat het CBS in maart en april heeft uitgevoerd. 8 procent van de ondervraagden (1,2 miljoen personen) gaven begin 2020 aan slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld in de twaalf maanden voor de enquête.
Onder huiselijk geweld vallen fysiek geweld, dwingende controle, stalking door een ex-partner of seksueel geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring, zoals een gezins- of familielid of (ex-)partner.
Fysiek geweld varieert van dreigen met lichamelijke pijn of slaan, tot poging tot verstikking. Er is sprake van dwingende controle wanneer één persoon de ander sterk domineert en controleert. Dit varieert van kleineren/vernederen of voortdurend iemands gangen nagaan, tot het verbieden van omgang met familie en vrienden. Dwingende controle kwam met 5 procent het vaakst voor, gevolgd door fysiek geweld (4 procent) en stalking door een ex-partner (1 procent). Van seksueel geweld werd 1 procent slachtoffer in huiselijke kring.
Structureel
Minstens 6 procent van de respondenten was structureel slachtoffer van huiselijk geweld. Dat wil zeggen dat dit (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks voorkwam. Dit betreft 820.000 personen.
11 procent van de ondervraagden zei slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld. Dit zijn 1,6 miljoen personen. Seksueel geweld vindt merendeels buiten de huiselijke kring plaats. Bij minstens 185.000 personen (1,3 procent) kwam het seksuele geweld structureel voor.