De rechtbank Noord-Holland heeft in een strafzaak tegen twintig verdachten celstraffen opgelegd variërend van twintig tot 92 maanden voor het smokkelen van drugs via Schiphol. De drugssmokkel gebeurde in de periode maart tot en met augustus 2018.
Na informatie dat diverse medewerkers van Schiphol zich zouden bezighouden met de invoer van drugs via de luchthaven, startte het Cargo-Harc-team Schiphol in 2017 een onderzoek. Dit team is een samenwerkingsverband van de Koninklijke Marechaussee, FIOD en Douane.
Airbag methode
Het ging om de invoer van cocaïne en heroïne door middel van de zogenoemde airbag methode. Daarbij worden drugs per vliegtuig vanuit het buitenland verzonden in bagage. Een medewerker van Schiphol stelt dit na aankomst op de luchthaven veilig door, al dan niet met behulp van anderen, de bagage van het beveiligd gebied van de luchthaven te brengen en verder te vervoeren.
In de strafzaak ging het om twintig verdachten en elf incidenten. In de meeste gevallen betrof het de smokkel van cocaïne en heroïne vanuit Afrika. In totaal is er 88 kilogram harddrugs in beslag genomen. In twee gevallen is het gebleven bij strafbare voorbereidingshandelingen voor de invoer van heroïne en cocaïne.
Tapgesprekken
Op basis van tapgesprekken, observaties, camerabeelden en verklaringen van enkele van de verdachten, heeft de rechtbank dertien verdachten voor de invoer van cocaïne en/of heroïne of de voorbereiding daarvan veroordeeld. Negen van hen waren werkzaam op de luchthaven.
Geen enkele verdachte was bij alle incidenten betrokken. Zij namen in wisselende samenstelling deel aan de invoer van drugs. In alle gevallen concludeert de rechtbank dat er sprake is geweest van medeplegen, er was telkens een bewuste en nauwe samenwerking tussen de verschillende verdachten die betrokken waren bij een incident. Die samenwerking was erop gericht de drugs in te voeren en vervolgens uit het vliegtuig te halen en het land in te brengen.