Veel bedrijven in Europa hebben de digitale bescherming van hun immateriële vaste activa, zoals intellectuele eigendommen, niet op orde. Vier op de tien organisaties werden in de afgelopen twee jaar minstens eenmaal geconfronteerd met een cyberincident. Toch is het voor veel bedrijven nog steeds veel vanzelfsprekender om materiële schade, als gevolg van bijvoorbeeld brand, te verzekeren (59 procent) in vergelijking met schade als gevolg van een cyberincident (18 procent). En dat terwijl de financiële impact bij cyberincidenten aanzienlijk hoger is dan bij materiële schades.
Dat blijkt uit het 2019 Intangible Assets Financial Statement Impact Comparison Report van risico- en verzekeringsadviseur Aon in samenwerking met het Ponemon Institute (onafhankelijk onderzoeksbureau op het gebied van privacy en informatiebeveiliging). Voor het onderzoek zijn 563 cyber- en risicomanagementprofessionals uit het bedrijfsleven in de EMEA-regio ondervraagd.
In de afgelopen twee jaar kreeg 41 procent van de ondervraagden minstens eenmaal te maken met een cyberincident, met een gemiddelde schade van vijf miljoen euro. Hiervan geeft 29 procent aan dat zij een incident ervaarden waarbij waardeverlies van handelsgeheimen (36 procent), auteursrecht (30 procent) en patenten (24 procent) een rol speelden.
De respondenten geven aan dat zij inzien dat hun immateriële activa een groter risico op financiële schade lopen dan hun materiële vaste activa. Bovendien is het gemiddelde schadebedrag bij een cyberincident aanzienlijk hoger dan bij een materiële schade, zoals bijvoorbeeld een brand. Het besef van het risico is aanwezig, maar veel bedrijven lijken nog altijd te denken: ‘het zal ons toch niet overkomen’.