Etnisch profileren door de politie is niet alleen een kwestie van individuele politieacties. Het wordt beïnvloed door bredere processen, zoals wetgeving, beleid en de politieorganisatie. Om zowel de politiepraktijk als de bredere context aan te pakken, is meer onderzoek nodig naar effectieve methoden om etnisch profileren tegen te gaan.
Dat blijkt uit internationaal literatuuronderzoek van een team van de Radboud Universiteit en de Universiteit Leiden, in opdracht van het WODC. Etnisch profileren door de politie is een complex en gelaagd onderwerp. Naast etniciteit blijken ook andere factoren mee te wegen in een politiebeslissing, zoals gender, leeftijd, kleding en het strafblad van de verdachte.
Daarnaast blijkt dat etnisch profileren niet alleen een kwestie is van individuele politieacties. Bredere processen zijn daarop ook van invloed, zoals besluitvorming op hogere niveaus. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, leidt de beslissing om meer te patrouilleren in wijken met veel minderheden soms zonder duidelijke rechtvaardiging op basis van criminaliteitscijfers tot etnisch profileren. Verder speelt ook de context van de politieorganisatie een rol: de diversiteit ervan, de cultuur en het beleid.
Arrestaties
Uit het literatuuronderzoek blijkt dat etnisch profileren in diverse vormen van politiewerk voorkomt. De meest overtuigende aanwijzingen zijn gevonden in de context van verkeershandhaving en politiewerk op straat. De resultaten voor etnisch profileren bij arrestaties en politiegeweld varieerden meer. Dat kan te maken hebben met de methodologische verschillen tussen de studies. Maar ook met de mate waarin agenten de vrijheid hebben om meer naar eigen inzicht te handelen. Die vrijheid hebben zij meer bij het uitschrijven van een verkeersboete, dan bij arrestaties, zeker als het gaat om ernstige misdrijven.
Welke aanpakken het beste werken om etnisch profileren tegen te gaan, kan op basis van de geanalyseerde onderzoeken niet worden gezegd. Geen van de onderzochte interventies – bij met name verkeerscontroles – lijken invloed te hebben op het tegengaan van etnisch profileren. Het gaat dan om interventies met camera’s op het uniform (bodycams), anti-biastraining, verschillende manieren van extern toezicht op het handelen van politieambtenaren en het vergroten van het procedureel rechtvaardig handelen en het doen inzien van het belang daarvan. De enige interventies die wel een positief effect lijken te hebben, zijn interventies gericht op het vergroten van de diversiteit van politieteams.
Consensus
Er is geen consensus over de definitie van etnisch profileren. Het ontbreken daarvan staat het agenderen van het thema in de weg. Vanwege de complexiteit is het volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk dat slechts een type interventie de oplossing is.