Defensie trekt voor de periode 2011-2015 45 miljoen euro uit voor de ontwikkeling van cybercapaciteiten, maar er komt geen apart krijgsmachtonderdeel voor offensief optreden in het digitale domein. Dat schrijft minister Hennis-Plasschaert in een brief aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond de Defensie Cyber Strategie.
Het zwaartepunt van het beleid ligt de komende jaren in eerste instantie bij het beschermen van netwerken, systemen en informatie en het uitbreiden van de inlichtingencapaciteit in het digitale domein. Defensie zal daarnaast capaciteit opbouwen om op de langere termijn operationele cybercapaciteiten te kunnen inzetten in militaire operaties. Deze geplande cybercapaciteit is naar verwachting in 2016 gereed. Daarna bedraagt de exploitatie jaarlijks structureel 21 miljoen euro.
Voor de defensieve capaciteiten is het Defensie Computer Emergency Response Team (DefCERT) inmiddels operationeel. Dit waakt over de beveiliging van netwerken en systemen. Daarnaast monitort en analyseert het digitale kwetsbaarheden en adviseert en ondersteunt het bij cyberincidenten.
Defensie zal zich ook offensief op het internet gaan bezighouden, maar hiervoor wordt geen afzonderlijk krijgsmachtonderdeel opgericht. De schaarste aan gekwalificeerd personeel is hiervoor een belangrijke reden. Bij de ontwikkeling en de inzet van offensieve operationele cybercapaciteiten zal daarom zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van kennis en middelen die bij de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) aanwezig zijn, aldus de minister.