Het kabinet stelt vanaf 2015 jaarlijks honderdduizend euro extra beschikbaar voor de opleiding van de buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s) in particuliere natuurgebieden, de zogenaamde groene boa’s. Staatssecretaris Dijksma (Economische Zaken) heeft dit toegezegd bij een bezoek dat zij met minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) bracht aan Het Nationale Park de Hoge Veluwe.
Boa’s in particuliere natuurgebieden zijn zowel toezichthouder van hun eigen terrein, als ‘oren en ogen’ van de politie en het Openbaar Ministerie (OM) in het buitengebied. Deze groene boa’s worden in hun dagelijks werk geconfronteerd met overtredingen als het dumpen van (drugs)afval, stroperij, illegaal wapenbezit wegens de illegale jacht en autokraken. Politie en het OM werken daarom samen met de werkgevers van deze groene boa’s aan verdere afspraken over wederzijdse inzet en samenwerking in het buitengebied.
Opstelten noemt goede afspraken over het toezicht in het buitengebied belangrijk. De groene boa’s in particuliere dienst zijn in eerste instantie aangesteld om te voorkomen dat de natuur in hun gebied wordt verstoord of vernield. Maar de groene boa’s kunnen met hun kennis van het buitengebied de politie in specifieke situaties assisteren. De politie staat de boa’s ter zijde als er sprake is van geweld en zware criminaliteit. Ook wordt gewerkt aan verbetering van de verwerking van meldingen van zaken en het digitaal aanleveren van proces-verbalen en strafbeschikkingen door de boa’s.
In totaal zijn er ongeveer 275 groene boa’s in dienst van particuliere werkgevers. Dijksma: “Kwetsbare natuurgebieden, zoals de Veluwe, moeten goed beschermd worden, zodat bezoekers er plezier aan kunnen blijven beleven. Voor het toezicht zijn goed opgeleide mensen cruciaal. Daar investeren wij dus in.”