
Gemeenten en veiligheidsregio’s hebben de vergunningverlening bij publieksevenementen nu beter op orde dan in 2016. Dat blijkt uit onderzoek door de Inspectie Justitie en Veiligheid.
In eerdere onderzoeken, onder meer uit 2016, constateerde de Inspectie JenV nog dat gemeenten te weinig oog hadden voor de veiligheidsrisico’s bij evenementen. Onderzoekers spraken met vertegenwoordigers van zes gemeenten en zes Veiligheidsregio’s om na te gaan in hoeverre het proces rondom het verlenen van vergunningen verbeterd is.
De betrokken gemeenten en veiligheidsregio’s weten elkaar nu goed te vinden. Ook worden hulpdiensten beter betrokken bij de advisering. Behalve deze verbeteringen in de voorbereiding is het evalueren na evenementen steviger ingebed bij de zes gemeenten. Zij bespreken regelmatiger met de Veiligheidsregio, hulpdiensten en de organisator hoe een evenement is verlopen en delen de uitkomsten om er allemaal van te leren en de risico’s bij evenementen zo klein mogelijk te maken.
Voorwaarden
Naast verbeteringen zijn er volgens de Inspectie JenV wel een aantal aandachtspunten. Het is volgens haar wenselijk dat een gemeente een vastgesteld evenementenbeleid heeft. Daaraan kan de gemeente toetsen of een evenement aan bepaalde voorwaarden voldoet. Niet elke gemeente waarmee is gesproken, heeft zo’n beleid.
Ook bleek uit de rondgang dat niet elke gemeente in haar risico-inschatting de gebiedskenmerken van een locatie meeweegt. Terwijl die bepalend kunnen zijn voor de veiligheid. Een stedelijk gebied kent immers andere risico’s dan een landelijk gebied. Het meewegen van specifieke kenmerken van een evenementenlocatie draagt bij aan een diepgaandere risico-inschatting, aldus de Inspectie JenV.
Zij constateert dat de vergunningverleners verschillende achtergronden hebben. Een minimumvereiste aan kennis ontbreekt, terwijl dat de beoordeling wel gedegener kan maken. De Inspectie JenV adviseert gemeenten daarom vast te stellen welk kennisniveau een vergunningverlener moet hebben.