De jeugdstrafkamer van de rechtbank Den Haag heeft twee verdachten veroordeeld voor de poging tot moord op een 17-jarige jongen in mei vorig jaar. Het slachtoffer werd op klaarlichte dag opgewacht op het parkeerterrein bij een school in Zoetermeer.
Tijdens de confrontatie schoten de verdachten het slachtoffer neer, terwijl hij bij zijn moeder in de auto zat. Het slachtoffer raakte zwaar gewond, maar heeft de aanval overleefd. Zijn moeder heeft hem direct naar het ziekenhuis gebracht.
De rechtbank gaat ervan uit dat de achtergrond van de confrontatie ligt in een langer lopend conflict tussen rivaliserende jongeren naar aanleiding van een dodelijke steekpartij in mei 2021 in Den Haag.
Vooropgezet plan
De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachten een vooropgezet plan hadden om het slachtoffer aan te vallen. Enkele uren voor de aanval is een voorverkenning geweest en de verdachten zijn daarna samen bewapend naar Zoetermeer afgereisd voor de confrontatie. De rechtbank vindt daarom bewezen dat sprake is van een poging tot moord. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de verdachten opzet hebben gehad op de dood, op zijn minst in voorwaardelijke zin. De verdachten hebben zo nauw met elkaar samengewerkt dat zij beiden verantwoordelijk worden gehouden voor het neerschieten van het slachtoffer.
De verdachten zijn allebei veroordeeld tot een jeugddetentie, waarbij voor de 18-jarige verdachte ook het jeugdstrafrecht is toegepast. Aan hem is een jeugddetentie voor de maximale duur van bijna 11 maanden opgelegd. Deze straf is korter, omdat hij in juli 2022 nog veroordeeld is in een andere zaak. Daarbij is ook een forse jeugddetentie opgelegd. De totaal opgelegde jeugddetentie in deze zaken mag de wettelijke maximale duur van twee jaar niet overschrijden. De rechtbank heeft een deel van de jeugddetentie voorwaardelijk opgelegd met bijzondere voorwaarden, waaronder jeugdreclasseringstoezicht en het dragen van een enkelband.