Een 64-jarige man uit Amsterdam is vrijgesproken van het belagen van medewerkers van een advocatenkantoor in Arnhem. Volgens de rechtbank was er tijdens het stalken geen sprake van een voortdurende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers.
De man stuurde tussen oktober 2020 en augustus 2021 mails naar vennoten en (oud-)medewerkers van het advocatenkantoor. Hij verklaarde op die manier in gesprek te willen komen met het advocatenkantoor om zo een zakelijk geschil op te lossen.
De rechtbank vindt dit niet aannemelijk, gezien de toon en inhoud van de mails. Uit de mails leidt de rechtbank af dat zijn doel voornamelijk was om de medewerkers en het kantoor lastig te vallen en te bewegen zich te schikken naar zijn wensen.
Toch kan de handelswijze van de man niet als een belaging worden aangemerkt, oordeelt de rechtbank. Hoewel zijn gedrag afkeurenswaardig is, zijn de e-mails niet zodanig indringend van aard en ook in aantal zodanig beperkt, dat niet van een wederrechtelijke stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers kan worden gesproken. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van alle verdenkingen.