De militaire kamer heeft een militair van het Korps Commandotroepen (KCT) veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij cocaïnetransporten, het optreden als wapenhandelaar, verduistering van militaire goederen, het beschikken over munitie en het delen van ambtsgeheimen met anderen. De militair krijgt een gevangenisstraf van vier jaar.
In april en mei 2020 was de man betrokken bij de voorbereiding van twee cocaïnetransporten vanuit Suriname naar Antwerpen en Hamburg. Daarnaast trad de militair op als wapenmakelaar voor een internationale cocaïnehandelaar. Verder schond de militair zijn geheimhoudingsplicht door geheime informatie die betrekking hadden op zijn werk bij het KCT met dezelfde persoon te delen. Ook verduisterde hij goederen van Defensie en had hij zonder toestemming rookgranaten en oefen- en scherpe munitie in huis.
Volgens de advocaat was een zogenoemde Traumatic Brain Injury (TBI) mogelijk van invloed op het functioneren van de man tijdens het plegen van de delicten. De militaire kamer concludeert dat de man in de tenlastegelegde periode op alle vlakken – zowel werk als privé – uitstekend functioneerde. Verder zijn er geen aanwijzingen dat de bij de TBI horende klachten van invloed waren op het strafbare handelen van de man. De militaire kamer concludeert dat de vergrijpen aan de man kunnen worden toegerekend.
Elitecommando
De militaire kamer rekent het de militair zwaar aan dat hij tijdens het plegen van de delicten als militair in dienst was bij Defensie. Hij had veel kennis en ervaring en werd gezien als ‘elitecommando’.
Volgens de officier van justitie maakte de militair zich verder schuldig aan het schenden zijn ambtsgeheim door gegevens over zijn kennis, kunde en vaardigheden op het gebied van vuurwapengebruik met een crimineel te delen. Hoewel het delen van deze informatie bijzonder onwenselijk is, is dit niet strafbaar. Dat geldt ook voor het delen van informatie over het gebruik van een schietcontainer en een Special Forces-commandant in Italië.