Het aantal woninginbraken, overvallen en straatroven is afgelopen jaar afgenomen met ongeveer 20 procent. Zo werden bijna 71.000 woninginbraken en pogingen tot inbraak genoteerd, ruim zestienduizend minder dan de 87.000 in 2013, meldt minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) maandag.
Opstelten verklaarde het terugdringen van criminaliteit die veel invloed heeft op het veiligheidsgevoel van mensen, eerder tot topprioriteit. Inmiddels nadert hij zijn doel om het aantal inbraken in 2018 te hebben teruggebracht tot 65.000. Ook werden mensen minder vaak slachtoffer van straatroof of een overval. De nationale politie noteerde 1267 overvallen en 5500 straatroven en dat zijn er respectievelijk vierhonderd en 1500 minder dan het jaar ervoor.
Nederlanders zijn in de afgelopen tien jaar ook minder vaak slachtoffers van geweld, vermogensdelicten en vandalisme. Ook voelen ze zich minder vaak onveilig. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Sinds 2005 is het aantal slachtoffers van veelvoorkomende criminaliteit met ruim 30 procent gedaald. Tien jaar geleden kreeg 28 procent hier nog mee te maken, in 2014 was dat gedaald tot 19 procent.
Tegelijkertijd is het onveiligheidsgevoel van Nederlanders gedaald. In 2005 voelde bijna de helft van de inwoners zich wel eens onveilig, vorig jaar was dat gedaald tot 36 procent. Vooral mensen tussen de achttien en 34 jaar voelen zich vaak onveilig. Dit is volgens het CBS ook de groep die het vaakst slachtoffer is van criminaliteit. Bij deze CBS-cijfers is alleen gekeken naar delicten waar iedereen mee te maken kan krijgen en die veel overlast voor de bevolking veroorzaken. Georganiseerde criminaliteit is niet meegenomen.