De officier van justitie heeft 69 dagen jeugddetentie en een werkstraf van 200 uur geëist tegen een inmiddels 16-jarige verdachte uit Amsterdam die afgelopen zomer bij twee horecagelegenheden explosieven zou hebben geplaatst en tot ontploffing hebben gebracht.
De jongen wordt ervan verdacht in augustus opzettelijk een ontploffing teweeg te hebben gebracht bij een café aan het Kleine-Gartmanplantsoen in Amsterdam. Door de ontploffing werden de voordeur en het portiek verwoest. Ook wordt de jongen ervan verdacht twee dagen later bij een gelegenheid aan de Cruquiusweg een explosief te hebben geplaatst en tot ontploffing te hebben gebracht. Door die ontploffing is schade ontstaan aan de voordeur en ramen van het pand.
Op camerabeelden is te zien dat vlak voor de explosie aan de Cruquiusweg twee jongens komen aanlopen. Een jongen met een grijs vest loopt naar het pand en vlak daarna volgt de explosie. Een getuige die na het horen van een knal buiten is gaan kijken, heeft verklaard een jongen over een hek te hebben zien klimmen.
Vingerafdrukken
Later vond de politie in een vuilnisbak aan de andere kant van dat hek onder meer dat grijze vest dat de jongen op de beelden droeg. Vermoedelijk heeft de jongen toen hij over het hek klom, daarbij gebruikgemaakt van een regenpijp, want op die regenpijp zijn bloedsporen en vingerafdrukken van hem aangetroffen.
Het DNA van de verdachte werd ook na de explosie aan het Kleine-Gartmanplantsoen aangetroffen. Op camerabeelden is te zien dat de verdachten zwarte sokken over hun handen dragen. Een van die sokken, met DNA van verdachte, is door de politie vlak na de explosie op de plaats delict aangetroffen.
Al met al stelde de officier dat er sprake is van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Ze eiste 69 dagen onvoorwaardelijke jeugddetentie met aftrek van voorarrest, zes maanden voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar en een werkstraf van 200 uur. Uitspraak: 31 januari.