Het Openbaar Ministerie heeft in de rechtbank Rotterdam negen jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (GVM) geëist tegen een 22-jarige en een 36-jarige man uit Zoetermeer. Het OM verdenkt hen ervan dat zij voorbereidingshandelingen hebben verricht voor een jihadistisch gemotiveerde aanslag gericht tegen Nederland.
De aanslag zou worden gepleegd voor en geclaimd worden door Islamitische Staat (IS) en met gebruik van explosieven, aldus het OM.
Op 9 oktober 2019 werd het OM gewaarschuwd door de AIVD dat de twee verdachten een jihadistisch gemotiveerde aanslag zouden willen plegen met explosieven. De 22-jarige verdachte zou gebeld worden door iemand die hem en zijn medeverdachte een training zou geven in het maken van explosieven. Dit bericht van de AIVD vormde de start van het strafrechtelijk onderzoek 26Marina onder leiding van het Landelijk Parket.
Bomvesten
Hierop startte de politie een infiltratietraject. Dat bevestigde volgens het OM de informatie dat beide verdachten voorbereidingshandelingen hebben verricht voor het plegen van een aanslag met explosieven gericht tegen Nederland. Tijdens ontmoetingen gebruikte de verdachte duidelijke taal en vroeg hij de infiltrant expliciet hem te helpen met het leren maken van explosieven en bomvesten.
Het OM verdenkt beide verdachten van het medeplegen van een terroristisch misdrijf, en deelname aan een organisatie met een terroristisch oogmerk. Uit afgeluisterde gesprekken van de verdachten onderling, blijkt dat zij spraken over een geschikte locatie voor de opslag van explosieven en over vuurwerk. Ook bekeken zij samen videobeelden, onder andere een instructievideo met uitleg over hoe een bom is te maken.
Op dat moment hebben justitie en politie ingegrepen en beide verdachten op 25 november 2019 aangehouden.