
Ruim drie jaar geleden begon de politie een onderzoek naar een organisatie die zich op grote schaal zou bezig houden met de productie van synthetische drugs. Het onderzoek leidde tot de arrestaties van een groot aantal verdachten, waaronder een man uit Bergeijk. Hij zou de leider zijn van de criminele organisatie. Tegen hem en dertien anderen eiste het Openbaar Ministerie gevangenisstraffen tussen de 3 en 13 jaar.
Tijdens het onderzoek kreeg de recherche de beschikking over een groot aantal chatberichten van de berichtendiensten Encrochat, Sky-ECC en Anom, waaruit bleek van meerdere drugslabs in Nederland, Duitsland en België. Onder meer door die chatberichten kreeg het OM een goed beeld van de rol en betrokkenheid van alle verdachten in de zaak.
De strafzaak tegen de veertien verdachten is opgebouwd uit meerdere losse zaken. Het gaat onder meer om drugslabs in Tegelen, Eygelshoven, Ruppach-Goldhausen (D), Kassel (D) en het Belgische Lanaken. Een aantal verdachten wordt verder in verband gebracht met de vondst van drie kilogram MDMA in een schuur bij een woning in Waalre. Negen van de veertien mannen worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie.
De hoofdverdachte stond volgens het OM aan de top van de groep. Volgens de officieren van justitie zette hij de lijnen uit en de anderen accepteerden dat. De man zou zichzelf ‘de prins van de Eindhovense onderwereld’ noemen.
Binnen de groep was sprake van een duidelijke rolverdeling en een strakke organisatie. Sommige verdachten hadden een meer aansturende rol, terwijl anderen een meer uitvoerende of ondersteunende taak hadden. Waar de ene verdachte vooral betrokken was bij het vervoer van personen of de aanvoer van grondstoffen, werden anderen ingezet voor de feitelijke productie, het verrichten van hand- en spandiensten of het dumpen van drugsafval.