Een internationaal verdrag met afspraken over juridische samenwerking bij het opsporen, vervolgen en berechten van internationale misdrijven is woensdag ondertekend door 32 staten in het Vredespaleis in Den Haag.
Het verdrag moet de samenwerking tussen staten vereenvoudigen, waarmee straffeloosheid bij ernstige misdrijven effectiever kan worden bestreden. Zonder dit nieuwe verdrag was het vaak ingewikkeld om verdachten van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven voor een nationale rechter te brengen. Bij dit soort misdrijven zijn de verdachten, slachtoffers en bewijzen namelijk vaak verspreid over verschillende landen.
Nederland heeft samen met Argentinië, België, Mongolië, Senegal en Slovenië in 2011 het initiatief genomen voor de totstandkoming van het verdrag. In mei vorig jaar bereikten in Ljubljana bijna zeventig staten overeenstemming over de tekst van het nieuwe verdrag.
Verplichtingen
Het verdrag bevat bepalingen over Joint Investigation Teams, digitale informatie-uitwisseling, videoconferenties en diverse bijzondere opsporingstechnieken. Daarnaast brengt het verdrag ook verplichtingen met zich mee om de relevante internationale misdrijven strafbaar te stellen in het nationale recht en ook daadwerkelijk te vervolgen.