Het wordt verplicht voor alle opkopers en handelaren om tweedehands goederen en de personen die deze goederen aanbieden in te voeren in het Digitaal Opkopersregister. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid brengt hiervoor een wetsvoorstel in internetconsultatie.
Opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen zijn sinds 1886 verplicht een inkoopregister bij te houden. In 2011 is het Digitaal Opkopersregister (DOR) ontwikkeld. Een deel van de gemeenten verplicht nu opkopers en handelaren om de door hen verworven goederen hierin in te voeren.
Het andere deel van de gemeenten kent die verplichting niet. Daar registreren opkopers en handelaren hun goederen nog in een papieren register. Hetzelfde geldt voor het Digitaal Opkopersloket (DOL); opkopers en handelaren moeten zich bij de gemeente melden waar zij hun bedrijf of beroep uitoefenen.
In sommige gemeenten kan dat bij dit digitale loket, in andere gemeenten moet dat bij een fysiek loket. Het wetsvoorstel van Grapperhaus maakt het gebruik van het DOL en DOR tot een landelijke verplichting voor alle gemeenten en alle opkopers en handelaren.
Stop Heling
Door goede, digitale registers moet het makkelijker worden voor de politie om criminelen op te sporen en gestolen goederen terug te geven aan de slachtoffers. Het DOR is gekoppeld aan de database van Stop Heling. In deze database worden de gestolen goederen geregistreerd waarvan aangifte is gedaan bij de politie of de Koninklijke marechaussee. Zodra een gestolen product wordt opgekocht en ingeschreven in het DOR, ontstaat een match met Stop Heling en ontvangt de politie hiervan automatisch een melding.
Via de website en app van Stop Heling kan iedereen ook vooraf controleren of een bijvoorbeeld via internet, social media of opkoper aangeboden tweedehands goed als gestolen geregistreerd staat.