In het terrorismeonderzoek 26Marina heeft de rechtbank Rotterdam zes jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een Gedragsbeïnvloedende en Vrijheidsbeperkende Maatregel (GVM) gevonnist tegen een 22-jarige en een 36-jarige man uit Zoetermeer.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de twee hebben deelgenomen aan Islamitische Staat en voorbereidingshandelingen hebben verricht voor een jihadistisch gemotiveerde aanslag gericht tegen Nederland.
Op 20 mei eiste het Landelijk Parket van het OM negen jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een GVM tegen de twee mannen, op verdenking van het voorbereiden van een terroristische aanslag. Die zou met explosieven worden gepleegd voor en worden geclaimd door IS.
Het strafrechtelijk onderzoek 26Marina startte naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD in oktober 2019. Daarin stond dat de verdachten de intentie hadden een jihadistisch gemotiveerde aanslag te plegen middels gebruikmaking van explosieven.
Eind november 2019 werden beide verdachten aangehouden. Zij bleken bij hun aanhouding in het bezit te zijn van jihadistisch materiaal, zoals preken en jihadistisch videomateriaal van martelingen en onthoofdingen.
In lijn met de strafeis van het OM oordeelde de rechtbank in haar vonnis dat ingrijpen en stevig aanpakken noodzakelijk is, gezien de ernst van de feiten en de maatschappelijke gevolgen die het delict, indien gepleegd, met zich mee had gebracht als niet tijdig was ingegrepen.