Zes verdachten zijn veroordeeld voor het oplichten van bejaarden door bankhelpdeskfraude en babbeltrucs. De 38-jarige hoofdverdachte krijgt hiervoor een celstraf van 32 maanden. Drie medeverdachten krijgen 11,5 maanden, 190 dagen en 105 dagen cel. Een 23-jarige verdachte krijgt 240 dagen jeugddetentie en een andere verdachte 220 uur taakstraf.
In deze zaak zijn zestien aangiftes gedaan van steeds ongeveer dezelfde manier van werken. De beoogde slachtoffers, die telkens op leeftijd waren, werden gebeld door een man die zich voordeed als medewerker van een bank. De man vertelde dat er verdachte transacties of frauduleuze handelingen waren verricht met de bankrekening. In een aantal gevallen werd gezegd dat er een bedrag klaar stond om naar Zuid-Afrika en – in één zaak – naar Nigeria over te worden gemaakt. Om de verdachte transacties te voorkomen moesten de slachtoffers hun pinpas in een envelop stoppen, en hun pincode of inloggegevens doorgeven.
Doorknippen
De ‘bankmedewerker’ gaf verder aan dat iemand van de bank bij het slachtoffer zou langskomen om de bankpas op te halen. Vervolgens verscheen een persoon bij de woning van het slachtoffer. Deze nam de bankpas in ontvangst en in enkele gevallen werd de bankpas doorgeknipt en meegenomen. Met de pinpassen werden grote geldbedragen opgenomen bij geldautomaten of aankopen gedaan.
De telefoon van de hoofdverdachte bevatte een bestand persoonsgegevens van nagenoeg alle aangevers, waaronder hun telefoon- en bankrekeningnummer. De rechtbank komt tot de conclusie dat de verdachten deel uitmaakten van een groep die in korte tijd verschillende mensen met een zogenaamde babbeltruc hun bankpas en pincode afhandig wist te maken.
Terugbetalen
Naast de cel- en taakstraffen, veroordeelt de rechtbank de verdachten tot het terugbetalen van een deel van het met de oplichting verkregen of witgewassen geld. Omdat er steeds maximaal door vier personen is samengewerkt, wordt het totale bedrag ook door vier gedeeld. In het geval van de hoofdverdachte gaat dat om ruim dertienduizend euro.