Het Openbaar Ministerie eist een gevangenisstraf van zes jaar tegen een 28-jarige man die wordt verdacht van het opzettelijk in brand steken van een matras in zijn woning, die deel uitmaakt van een complex met containerwoningen in de Riekerhaven. De brand verspreidde zich snel en veroorzaakte een grote brand in het hele woonblok.
In het complex wonen veel jongeren en statushouders. Als gevolg van de brandstichting brandden in november vorig jaar meer dan zestig containerwoningen af en werden er bijna tachtig onbewoonbaar verklaard vanwege waterschade. Ruim 140 personen raakten dakloos.
Na een melding van overlast in een containerwoning in de Riekerhaven troffen agenten de verdachte in zijn woning aan met op de achtergrond een brandend matras. Hij was volgens de politie niet bezig om het vuur te doven, riep niet om hulp en keek rustig toe. Hij sprak zelfs de hoop uit dat het verder zou branden. Uit onderzoek van de politie blijkt dat de verdachte alleen aanwezig was.
Drie maanden en enkele dagen voor de brand gaf de verdachte aan dat hij ongelukkig was met zichzelf en zijn woning. Dit blijkt uit de gesprekken die in zijn telefoon zijn aangetroffen en verklaringen van getuigen. Ongeveer een maand voor de brand heeft de verdachte de ruiten van zijn woning ingegooid en veel spullen in zijn appartement kapot gemaakt.
De verschillende gebeurtenissen die aan de brand voorafgingen, zoals onvrede over zijn woning, vernieling van de woning, dreigementen over zelfmoord en het aanzetten tot lijden bij anderen, bewijzen volgens het OM dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht.