Ondergronds bankieren en laagdrempelige mogelijkheden om een buitenlandse bankrekening te openen behoren tot de grootste risico’s op witwassen en financiering van terrorisme in Nederland. Dat blijkt uit de National Risk Assessments (NRA’s) Witwassen en Terrorismefinanciering van het WODC.
Ondergronds bankieren is een informeel, op vertrouwen gebaseerd betalingssysteem buiten de reguliere financiële dienstverlening om, waarop geen toezicht plaatsvindt. Het geld wordt onderling door bankiers verrekend, met als gevolg dat fysieke verplaatsing van contant geld slechts in beperkte mate nodig is.
Het biedt mogelijkheden om anoniem geld over te maken, wordt veelal via en/of naar het buitenland ingezet, heeft betrekking op een ongereguleerde ‘sector’ en is relatief eenvoudig toegankelijk. Al deze aspecten veroorzaken een hoog risiconiveau van deze methode om crimineel verkregen geld wit te wassen of terrorisme te financieren.
Eeuwenoude traditie
Er bestaan verschillende vormen van ondergronds bankieren. Bij zowel witwassen als financiering van terrorisme kan het gaan om hawala-bankieren. Dit is een eeuwenoude traditie met een oorsprong in het Midden-Oosten en Verre Oosten waarbij een netwerk van bankiers ervoor zorgt dat ingelegd geld aan de ene kant van de wereld aan de andere kant uitbetaald kan worden.
Bij witwassen kan het ook gaan om crimineel ondergronds bankieren dat voorkomt bij internationale drugsdeals en andersoortige criminele deals. Een Nederlandse crimineel geeft een zogeheten ‘broker’ de opdracht om na een drugsdeal geld over te maken naar een crimineel in bijvoorbeeld Colombia. Die zoekt in zijn netwerk naar een bankier die het bedrag aan de Colombiaanse crimineel kan overdragen. Die criminele bankier zet een geldkoerier in om het contante bedrag te bezorgen bij de betreffende crimineel.
In de NRA Witwassen is het risiconiveau bepaald van achttien methoden voor witwassen. Bij de NRA Terrorismefinanciering gaat het om twaalf methoden voor financiering van terrorisme.