Een brand in een bank met synthetische schuimvulling bij één bewoner heeft gevolgen voor andere bewoners in dat woongebouw, vanwege de verspreiding van rook en koolmonoxide. Dat is een van de belangrijkste lessen uit een praktijkonderzoek naar rookverspreiding in een woongebouw met inpandige gangen.
In september 2019 verscheen het hoofdrapport met de resultaten van het onderzoek. In opdracht van Brandweer Nederland, in samenwerking met Brand Veilig Leven Nederland en de Nederlandse Brandwondenstichting, heeft de Brandweeracademie van het IFV de belangrijkste inzichten op een rij gezet.
De lessen zijn geformuleerd aan de hand van zeven thema’s: meubilair en matrassen, rookmelders, watermistinstallatie, het sluiten van deuren, koolmonoxide; ouderen en kwetsbaren. (niet) vluchten. Per thema wordt kort ingegaan op de bestaande kennis over dit thema, de kennis die hieraan kan worden toegevoegd op basis van het rookverspreidingsonderzoek in Oudewater en het mogelijke belang hiervan voor brandveilig leven.
Vluchten
Belangrijkste aanbevelingen zijn onder andere het belemmeren van vluchtwegen door rook. Rook en koolmonoxide kunnen doordringen in andere appartementen. Dit is extra relevant voor bewoners met een verhoogde kwetsbaarheid. Vluchten bij brand blijft het uitgangspunt, maar het is belangrijk te beseffen dat veilig vluchten soms niet mogelijk is vanwege de rookverspreiding. Het is belangrijk dat bewoners voor die situaties een handelingsperspectief krijgen.
Individuele maatregelen kunnen de veiligheid van alle bewoners verhogen. Daarom moet brandveiligheid in een woongebouw worden gezien als een collectieve verantwoordelijkheid. Hoewel sommige maatregelen op zichzelf behoorlijk effectief zijn, is alleen een combinatie van maatregelen voldoende om de veiligheid voor alle bewoners (ook de meest kwetsbare) te garanderen.
Het sluiten van deuren in combinatie met het beperken van synthetisch materiaal in meubilair of in combinatie met een werkende brandblusinstallatie blijkt de meest effectieve maatregel te zijn.